1 Kronieken 19:5

SVZij nu gingen henen, en men boodschapte David van deze mannen; en hij zond hun tegemoet; want die mannen waren zeer beschaamd. De koning dan zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder baard weder gewassen zij; komt dan wederom.
WLCוַיֵּלְכוּ֩ וַיַּגִּ֨ידוּ לְדָוִ֤יד עַל־הָֽאֲנָשִׁים֙ וַיִּשְׁלַ֣ח לִקְרָאתָ֔ם כִּי־הָי֥וּ הָאֲנָשִׁ֖ים נִכְלָמִ֣ים מְאֹ֑ד וַיֹּ֤אמֶר הַמֶּ֙לֶךְ֙ שְׁב֣וּ בִֽירֵחֹ֔ו עַ֛ד אֲשֶׁר־יְצַמַּ֥ח זְקַנְכֶ֖ם וְשַׁבְתֶּֽם׃
Trans.wayyēləḵû wayyagîḏû ləḏāwîḏ ‘al-hā’ănāšîm wayyišəlaḥ liqərā’ṯām kî-hāyû hā’ănāšîm niḵəlāmîm mə’ōḏ wayyō’mer hammeleḵə šəḇû ḇîrēḥwō ‘aḏ ’ăšer-yəṣammaḥ zəqanəḵem wəšaḇətem:

Algemeen

Zie ook: Baard, David (koning), Jericho

Aantekeningen

Zij nu gingen henen, en men boodschapte David van deze mannen; en hij zond hun tegemoet; want die mannen waren zeer beschaamd. De koning dan zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder baard weder gewassen zij; komt dan wederom.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּלְכוּ֩

-

וַ

-

יַּגִּ֨ידוּ

en men boodschapte

לְ

-

דָוִ֤יד

David

עַל־

van

הָֽ

-

אֲנָשִׁים֙

deze mannen

וַ

-

יִּשְׁלַ֣ח

en hij zond

לִ

-

קְרָאתָ֔ם

hun tegemoet

כִּי־

want

הָי֥וּ

waren

הָ

-

אֲנָשִׁ֖ים

die mannen

נִכְלָמִ֣ים

beschaamd

מְאֹ֑ד

zeer

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

dan zeide

הַ

-

מֶּ֙לֶךְ֙

De koning

שְׁב֣וּ

Blijft

בִֽ

-

ירֵח֔וֹ

te Jericho

עַ֛ד

totdat

אֲשֶׁר־

-

יְצַמַּ֥ח

weder gewassen zij

זְקַנְכֶ֖ם

ulieder baard

וְ

-

שַׁבְתֶּֽם

komt dan wederom


Zij nu gingen henen, en men boodschapte David van deze mannen; en hij zond hun tegemoet; want die mannen waren zeer beschaamd. De koning dan zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder baard weder gewassen zij; komt dan wederom.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!